Woestijnklimaat
Het woestijnklimaat wordt gekenmerkt door een tekort aan neerslag. Er zijn weinig planten aanwezig. Zijn die er toch, dan zijn het voornamelijk sterke planten die lang zonder water kunnen zoals bijvoorbeeld de cactus. De woestijn is droog en dor. Het bestaat meestal uit zand en rotsen. In gebieden met dit klimaat wonen daarom ook heel weinig mensen.
Kenmerkend voor het woestijnklimaat zijn de grote verschillen tussen de dag- en nachttemperatuur. Vanwege de weinige bewolking is het vaak helder. Hierdoor is het overdag heet (want de zonnestralen worden niet tegenhouden) en 's nachts koud (want de warmte wordt niet vastgehouden).
Ondanks de moeilijke leefomstandigheden leven er toch dieren in het woestijnklimaat. Ze zijn hiervoor goed aangepast. We bekijken even de aanpassingen van kameel van dichterbij.
Aanpassingen van de kameel aan het woestijnklimaat:
Een kameel heeft twee bulten. Deze hebben een belangrijke functie. In de bulten zit vet. Uit dat vet haalt de kameel energie en vocht. Hierdoor kan hij een heel lange tijd zonder voedsel en drinken. De kameel gaat heel zuinig om met zijn vocht. Hij verliest op één dag slechts 2 liter vocht per dag aan zijn ontlasting, terwijl een koe 30 tot 40 liter water verliest.
Ooit al eens op de poten van een kameel gelet? Wel deze zijn speciaal ontworpen voor het woestijnklimaat. De poten zijn groot een zacht, wat ervoor zorgt dat de kameel lange afstanden kan lopen op het zand. De poten hebben ook een dikke eeltlaag die hen beschermt tegen de hitte van het zand. Mocht de kameel dit niet hebben, zouden zijn poten verbranden.
De dikke vacht beschermt de kamelen zowel tegen extreme hitte als extreme koude. Ook hun neus is aangepast aan het woestijnklimaat. De neusgaten kunnen worden afgesloten. Dit heeft als voordeel dat er geen zand in kan komen tijdens een zandstorm.
Kenmerkend voor het woestijnklimaat zijn de grote verschillen tussen de dag- en nachttemperatuur. Vanwege de weinige bewolking is het vaak helder. Hierdoor is het overdag heet (want de zonnestralen worden niet tegenhouden) en 's nachts koud (want de warmte wordt niet vastgehouden).
Ondanks de moeilijke leefomstandigheden leven er toch dieren in het woestijnklimaat. Ze zijn hiervoor goed aangepast. We bekijken even de aanpassingen van kameel van dichterbij.
Aanpassingen van de kameel aan het woestijnklimaat:
Een kameel heeft twee bulten. Deze hebben een belangrijke functie. In de bulten zit vet. Uit dat vet haalt de kameel energie en vocht. Hierdoor kan hij een heel lange tijd zonder voedsel en drinken. De kameel gaat heel zuinig om met zijn vocht. Hij verliest op één dag slechts 2 liter vocht per dag aan zijn ontlasting, terwijl een koe 30 tot 40 liter water verliest.
Ooit al eens op de poten van een kameel gelet? Wel deze zijn speciaal ontworpen voor het woestijnklimaat. De poten zijn groot een zacht, wat ervoor zorgt dat de kameel lange afstanden kan lopen op het zand. De poten hebben ook een dikke eeltlaag die hen beschermt tegen de hitte van het zand. Mocht de kameel dit niet hebben, zouden zijn poten verbranden.
De dikke vacht beschermt de kamelen zowel tegen extreme hitte als extreme koude. Ook hun neus is aangepast aan het woestijnklimaat. De neusgaten kunnen worden afgesloten. Dit heeft als voordeel dat er geen zand in kan komen tijdens een zandstorm.